Het lichaam heeft bloed nodig om zuurstof en voedingsstoffen naar organen en weefsels te transporteren, en afvalstoffen af te voeren. Bloed is ook nodig om verwondingen te herstellen. Dit herstel kan worden gerelateerd aan de stollingscascade. Als het bloed in de vaten al stolt, en niet op het wondoppervlak, spreekt men van een stollingsstoornis. Een diep veneuze trombose is een voorbeeld van een dergelijke aandoening.

In dit orgaansysteem worden de fysiologie, pathofysiologie, klinische implicaties, behandeling en beleid rondom bloed en stollingsstoornissen besproken. Bij het klinisch redeneren rondom dit stelsel geven we onder meer de termen stolling, bloedplasma, hemoglobine, trombocyten, bloedingsneiging, bloedverdunners bloedproducten, en transfusie een centrale plek.