Het respiratoir systeem kan worden gezien als de zuurstofleverancier van het bloed. De organen en weefsels in het lichaam hebben zuurstofrijk bloed nodig om te functioneren. Het respiratoir systeem bestaat grofweg uit:

  • de hogere luchtwegen. De zuurstofrijke ingeademde lucht stroomt via de hogere luchtwegen naar de longen;
  • de longen. Hier vindt de gaswisseling plaats: het zuurstof dat zich in de ingeademde lucht bevindt wordt naar het bloed getransporteerd en het koolstofdioxide dat in het bloed zit wordt naar de longen getransporteerd.

In dit orgaansysteem worden de anatomie, fysiologie, pathologie, klinische implicaties en beleid rondom respiratoire aandoeningen besproken. Bij het klinisch redeneren rondom dit stelsel geven we onder meer de termen ventilatie, perfusie, diffusie oxygenatie, respiratie, en ademarbeid een centrale plek.